Algemeen
De kerk wil een gemeenschap zijn waar mensen zich geborgen kunnen weten. De gemeenschap, die de kerk is, weerspiegelt iets van de ruimte en de geborgenheid die God aan mensen schenkt.
Als we in de kerk over pastoraat spreken, gaat het om de levenshouding waartoe Christus ons geroepen heeft: dat we elkaar liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad, dat we met het Woord van God in ons hart geschreven naast (en niet boven) elkaar zullen staan, een open oor en hart voor elkaar hebben, voor en met elkaar bidden, elkaar opzoeken, helpen, vasthouden, troosten en bemoedigen. Maar ook elkaar aanscherpen en vermanen horen daarbij.
Dit ‘oog voor elkaar’ hebben, dit omzien naar elkaar is een belangrijke taak van alle gemeenteleden. Wij noemen dit het onderlinge pastoraat. Het vormt de basis van alle omzien naar elkaar in de gemeente. Momenten van omzien naar elkaar kunnen bijvoorbeeld zijn: koffie-ontmoeting na een kerkdienst, wijkontmoetingsavonden, huisbezoek, kaarten van meeleven, voorbeden, Hart van Nieuwerkerk, ouderenmiddagen, etc.
De kerkenraad van de gemeente ziet zich voor de taak gesteld gemeenteleden bewust te maken van hun pastorale opdracht en roeping. Daarnaast beijvert de kerkenraad zich ook zelf in het beantwoorden aan de roeping die met het ambt meekomt. Vanuit deze gerichtheid is een structuur van pastorale zorg gegroeid die door de predikant en de pastorale ouderlingen worden gecoördineerd. Daarbij worden zij ondersteund door pastoraal werkers. Dit zijn gemeenteleden die volgens kerkordelijke aanwijzingen en volgens één van de Orden van Dienst uit het Dienstboek in een pastorale bediening zijn gesteld. Deze dienaars (predikant, ouderlingen en pastoraal werkers) vormen met elkaar het Pastoraal Team (PT).
Pastoraal Team
Het PT werkt volgens een Werkplan. Uitgangspunt daarbij is enerzijds een structuur van pastorale zorg die volgens leeftijdscategorieën is gestructureerd. En anderzijds een pastorale zorg die zich nadrukkelijker oriënteert aan het verzoek van pastoranten zelf, respectievelijk een grotere verantwoordelijkheid van gemeenteleden veronderstelt voor het mogelijk maken van een pastorale ontmoeting.
In het Werkplan zijn de beleidsontwikkelingen die tot het huidige pastorale beleid (speerpunten: leeftijdscategorieën en vraaggericht) hebben geleid, in een korte historische schets geplaatst. Voorts beschrijft het werkplan de onderscheiden verantwoordelijkheden van de leden van het PT. Als bijlagen bij het Werkplan zijn lijsten toegevoegd die dienen als werkdocumenten.
Het PT vergadert doorgaans driemaal per jaar, in februari, mei en november. De februari vergadering staat grotendeels in het kader van toerusting en tijdens de november-vergadering is ook de bezoekersgroep aanwezig.
Het PT is onderverdeeld in sub-teams. De sub-teams, die naar de leeftijdscategorieën 0-25 jaar, 25-45 jaar, 45-65 jaar en 65+ zijn georganiseerd, komen frequenter bijeen en voeren onderling werkoverleg.
In principe treedt de predikant op als voorzitter, resp. coördinator van het PT, en de ouderlingen als coördinator van de sub-teams van het PT. Voor nadere uitwerking van verantwoordelijkheden en werkafspraken wordt verwezen naar het Werkplan PT.
Het PT stelt iemand aan die de secretariële werkzaamheden behartigt van het PT. Dat kan iemand zijn binnen het PT. Het kan echter ook iemand zijn buiten het PT. In zulks wordt de kandidaat bij aanvang van de werkzaamheden verzocht om de gelofte van geheimhouding af te leggen. Dit kan geschieden tijdens de ambtsdragerdienst, doch ook bij aanvang van de eerstvolgende vergadering. De meest voorkomende werkzaamheden worden in het Werkplan PT beschreven.
Het PT informeert middels rapportages de Kerkenraad van de ontwikkelingen, in het bijzonder wanneer daar aanleiding toe is.
De Bezoekersgroep
In samenwerking met en als ondersteuning van het PT verzorgen ongeveer 8 gemeenteleden het bezoekwerk bij ongeveer 25 personen, veelal senioren, eenzaam en alleenstaand. In het jaarlijkse overleg met het PT wordt onderlinge afstemming gezocht en werkafspraken gemaakt.
Toerusting
De leden van het PT doen zeer belangrijk en soms ook zwaar werk. Omdat er veel van hen gevraagd wordt, is het noodzakelijk dat zij ook toerusting en vorming ontvangen. Als basis kan gelden de basiscursus Pastoraat van het Protestantse Centrum voor Toerusting en Educatie (PKN). Daarnaast is er de mogelijkheid voortgezette toerusting te organiseren, middels de bijdrage van een gastspreker of de eigen predikant. Het besluit hiertoe komt in gezamenlijk overleg tot stand. Van even grote waarde wordt de onderlinge toerusting beschouwd: het leren van elkaars ervaringen, zowel de teleurstellende als de verheugende.
Beleidsvoornemens
- De gemeente bewust maken van haar pastorale roeping.
- De gemeente bewust maken van de wijze waarop de pastorale zorg in onze gemeente is georganiseerd.
- Het besef versterken dat iedereen een beroep kan doen op het PT. Dat de leden ervan graag bereid zijn te luisteren. Het kan tot grote steun zijn samen met een PT-lid te bidden, of een gebedsintentie voor het voorbedegebed tijdens de kerkdienst op te stellen.
- Gemeenteleden wijzen op het belang van het nemen van eigen initiatief tot pastoraal contact.
- PT-leden willen het vertrouwen van gemeenteleden wekken door steeds aan hun pastorale grondhouding te werken.
- De gemeente leren om in toenemende mate gebruik te maken van de invulstrook.
- Het onder de aandacht blijven brengen van het werken met de zogenaamde ‘wenskaarten’.
- Het organiseren van wijkontmoetingsavonden, en nadenken over andere, misschien aan onze situatie meer geëigende, vormen van pastoraat (vgl. de leeftijdscategorieën)